Steeds groter beroep op schuldhulpverlening

ASTEN/SOMEREN - Met name de fors gestegen energieprijzen maken dat steeds meer Astenaren en Somerenaren bij schuldhulpverlening moeten aankloppen. Welzijnsorganisatie Onis zag vooral in de afgelopen zes weken een duidelijke toename, ook omdat werken niet altijd meer (voldoende) loont. “Als je fulltime werkt en zelfs dán niet kunt rondkomen, dat is gewoon hartstikke schrijnend.”

door Maarten Driessen

Hoge inflatie en dus ook hoge prijzen. Van boodschappen tot benzine, vrijwel alles is fors duurder geworden. Het maakt dat een steeds diversere groep mensen bij de schuldhulpverlening van Onis moet aankloppen. “Het patroon qua aanmeldingen was lange tijd nagenoeg hetzelfde, zo’n drie aanmeldingen per week. Maar enkele weken terug hadden we er ineens zeven. Het gemiddelde ligt inmiddels ook echt wel wat hoger”, zegt coördinator Christel de la Combé.

Voorheen waren het met name minima die in de knel kwamen, maar inmiddels komen daar steeds meer werkenden bij. “Mensen die gewoon 40 uur per week werken en er niet aan uitkomen, bijvoorbeeld door de fors gestegen energieprijzen. Als je fulltime werkt en zelfs dán niet kunt rondkomen, dat is gewoon hartstikke schrijnend.”

‘Het taboe op schuldenproblematiek is niet meer zo groot als voorheen’

Volgens De la Combé is deze groep ook nog eens moeilijker te helpen. “Ze komen qua toeslagen en ondersteuning vrijwel nergens voor in aanmerking bij de overheid. Dat maakt het lastig. We stellen dan bijvoorbeeld een budgetplan op om wat te kunnen schaven aan de uitgaven, maar dat is niet altijd voldoende om de gaten te dichten. Tenslotte nemen op vrijwel ieder vlak de kosten toe.”

Vroegsignalering

Wel merkt De la Combé dat het taboe op het bespreekbaar maken van schulden afneemt. Nog steeds speelt schaamte een rol - lang niet iedereen zal zich (tijdig) voor hulp melden - maar beetje bij beetje wordt de drempel lager. “Omdat een grotere groep mensen ermee te maken krijgt, maar óók omdat er meer aandacht voor is. Bijvoorbeeld in de media. Het taboe is niet meer zo groot als voorheen.” Daarbij ziet ze ook dat sommigen zich te laat melden, omdat ze te lang proberen het zelf op te lossen.

Vroegsignalering moet eraan bijdragen dat mensen eerder aankloppen. Want hoe sneller ze dat doen, hoe beter behapbaar hun problemen vaak zijn. Daarom geven diverse instanties zoals woningcorporaties en zorgverzekeraars een seintje als iemand in de schulden dreigt te raken. Daarop meldt Onis zich dan, met een vrijblijvend hulpaanbod. “Het heeft een hele tijd geduurd voordat mensen zich vervolgens ook gingen aanmelden, maar dat aantal neemt steeds meer toe. Ook dat is iets van de laatste zes weken.”

Flink aanpoten

Het stijgend aantal hulpvragen verhoogt de druk op het team van schuldhulpverlening, al is het volgens De la Combé nog steeds behapbaar. “Het is flink aanpoten, eerlijk is eerlijk, maar op dit moment hebben we nog geen wachtlijsten. Dat kan op termijn natuurlijk veranderen. Op dit moment lukt het nog, maar we weten ook niet waar dit naartoe gaat.”

Bezorgd is De la Combé echter niet. Ze prijst de goede samenwerking met zowel de gemeente Someren als de gemeente Asten. “De contacten zijn goed, het is een thema dat in beide gemeenten voldoende aandacht krijgt. Dus als we op een gegeven moment meer capaciteit nodig hebben, dan valt daar altijd over te praten.”

Inwoners met (beginnende) schuldenproblematiek moeten dan ook niet schromen om zich te melden. “Als je in de problemen komt of dreigt te raken, neem contact met ons op. Dan kijken we samen naar de mogelijkheden. Want er is vaak meer mogelijk dan op het eerste oog lijkt.”