‘Uit Asten hoef je niet weg'
ASTEN – Je eerste klus als burgemeester en dat in coronatijd: geef het Anke van Extel-van Katwijk maar te doen. Toch betrad ze vorige week voor het eerst in haar nieuwe functie het bijzonder stille gemeentehuis. Ondanks haar unieke beginsituatie is ze goedgemutst: “De warmte die ik nu al krijg, hoop ik zo snel mogelijk terug te kunnen geven.”
Ze had bij aanvang iedereen in het gemeentehuis graag even toegesproken. Nu echter leert ze bij het koffieautomaat regelmatig nieuwe mensen kennen. Want het gros van de Astense ambtenaren werkt thuis, en dus moet ze haar kennismaking noodgedwongen over een langere periode uitsmeren.
'Ik ben blij dat ik het vertrouwen heb gekregen om burgemeester van Asten te worden'
Het maakt Van Extel er niet minder enthousiast om. “Ik ben blij dat ik het vertrouwen heb gekregen om burgemeester van Asten te worden. Ik heb geen opdracht meegekregen en ik heb ook geen opdracht voor mezelf. Met de Toekomstagenda die Asten eerder heeft vastgesteld kom ik in een gespreid bedje terecht. Daar mag ik het boegbeeld van zijn, en dat geeft veel energie.”
Zo begint ze weloverwogen aan haar nieuwe uitdaging, nadat ze eerder als raadslid in haar thuisgemeente Gemert-Bakel, als Provinciaal Statenlid voor het CDA en meest recent als wethouder in Gemert-Bakel actief was. “In mijn vriendenboekjes heeft nooit gestaan dat ik later burgemeester wil worden. Daar stond ook gewoon juf of zo. Maar na zes jaar wethouderschap kreeg ik het een beetje onder de knie, en ik vond dat we het in Gemert-Bakel op orde hadden. Daarom was het tijd voor wat nieuws.”
Als thuis
Maar de stap naar het burgemeesterschap is toch wat ingrijpender. Je moet er huis en haard voor achterlaten, en dus speelde haar gezin een belangrijke rol. "Ik heb me eerst afgevraagd: past mijn persoonlijkheid bij Asten? Het is geen baan van 9 tot 5, ik wil hier niet een appartementje hebben en in het weekend steeds terug naar Gemert-Bakel rijden. En ik heb het er met mijn man over gehad: kan Asten als thuis gaan voelen? Wij denken van wel. Asten heeft eigenlijk alles, alle voorzieningen om oud te worden. Je hoeft hier niet weg.”
En dus is haar eerste uitdaging het vinden van een huis. "Net als voor iedere andere inwoner is dat momenteel ook voor een burgemeester lastig”, verzucht Van Extel. Want de krapte op de woningmarkt, die raakt iedereen. Vooralsnog pendelt ze wel op en neer, bij aanvang van het nieuwe schooljaar wil ze definitief in Asten zijn neergestreken (en niet pas medio volgend jaar, zoals deze krant vorige week abusievelijk vermeldde). Dinsdag gaf de gemeenteraad haar toestemming om pas op een later moment aan haar ‘woonplaatsvereiste' te voldoen, zodat haar gezin voldoende ruimte krijgt om zich te settelen. En daarna is het alleen nog maar Asten wat de klok slaat.
Van Extel omschrijft zichzelf als een verbinder, iemand die graag het contact opzoekt. "Daar kan ik van genieten. Als burgemeester ‘moet je er een van ons zijn', maar je moet ook duidelijk kunnen maken als iets niet kan. Ik denk zeker dat ik in staat ben om dat te doen, maar moet het natuurlijk nog bewijzen.”
Met de pandemie in volle gang wordt ze direct in het diepe gegooid. Haar kennismaking met de Astenaar vindt hoofdzakelijk via de (sociale) media plaats. "Ik wil iedereen nu vooral een hart onder de riem steken. Ook heb ik in de mail al hele leuke reacties gekregen. Ik hoop die warmte zo snel mogelijk terug te kunnen geven.”